Elk voorjaar hetzelfde liedje: zodra de eerste frêle zonnestralen het wolkendek doorprikken, priemen Sabine Hagedoren en Frank Deboosere een vermanend vingertje naar de oranje of rood uitslaande uv-index. Gedwee grijpen we dan naar de zonnecrème. Steeds vaker besluiten onderzoekers dat vermijdingsgedrag mogelijk schadelijker is dan de zon zelf. Epidemioloog Luc Bonneux:”zorg dat je niet verbrandt, maar geniet voor de rest zoveel mogelijk van de zon. Al de rest is flauwekul.”

LUC BONNEUX: Mijn interesse voor het onderwerp ontstond nadat een legertje dermatologen weer maar eens in het nieuws mocht opdraven om te pleiten voor een algemene huidkankerscreening. Checken die mensen ooit de wetenschappelijke literatuur, vroeg ik me af. Zelfs Amerikanen en Australiërs doen geen huidkankerscreening.
HUMO: Nochtans ligt het aantal huidkankers daar veel hoger dan bij ons.
BONNEUX : In Australië zijn melanomen – de kwaadaardige huidkankers – een belangrijke doodsoorzaak. Dat is logisch: er wonen veel van oorsprong rosse Engelsen met een bleke huid en een gezicht vol sproeten, dat is om problemen vragen. Toch screenen zelfs zij niet, omdat ze weten dat het tot medische overconsumptie leidt. Op de huid van 30 procent van alle mensen van middelbare leeftijd en ouder zal je íéts vinden wat je kan onderzoeken of behandelen. De Australiërs en Amerikanen beseffen dat je beter wacht met in te grijpen tot je een letsel ziet. De baten van een screening zijn totaal niet bewezen, we weten alleen dat het veel kost en dat dermatologen er rijk mee worden. Dat is een regelrechte schande.
Je kan trouwens heel goed bij jezelf op zoek gaan naar verdachte vlekken. Of beter nog: bij je partner. Organiseer het als een striptease, en het wordt nog leuk ook!
HUMO: De zon heeft lang in een slecht daglicht gestaan, maar de laatste jaren verschijnen steeds meer studies die de positieve effecten in de verf zetten.
BONNEUX: Eén van de belangrijkste argumenten is puur evolutionair. Sinds het wetenschappelijke pionierswerk van Nina Jablonski weten we dat er een heel sterk verband is tussen onze huidskleur en de breedtegraad waarop we wonen. U weet dat wij allemaal afstammen van de eerste mensen die op de Afrikaanse savanne woonden. Onze voorouders waren pekzwart. Toen wij noordwaarts trokken, zijn we door natuurlijke selectie alsmaar bleker geworden. Dat is het bewijs dat we de zon nodig hebben: in noordelijke streken schijnt de zon minder hard, enkel door onze bleke huid kunnen we genoeg zonlicht absorberen. Als wij nog altijd donker zouden zijn, zouden we ziek worden. Verschillende mechanismen spelen een rol, maar de aanmaak van vitamine D is cruciaal. Overal in ons lichaam vind je vitamine D-receptoren terug, wat bewijst dat het een rol speelt in heel veel lichaamsfuncties.
HUMO: Wetenschappers hebben al heel vroeg een relatie gevonden tussen zonlicht, vitamine D en rachitis, een botziekte die vooral kinderen trof.
BONNEUX: Die ziekte kwam vaak voor in Engelse industriesteden, die bedekt waren met een dikke laag smog en waar sowieso weinig zonlicht op straat viel. Door een vitamine D-gebrek groeiden de armen en benen van kinderen krom. Rachitis is nu weer in opmars in bepaalde grootsteden. Dat heeft te maken met de instroom van migranten, die van zonnige streken naar onze contreien komen en door hun getaande huid minder vitamine D aanmaken.
Er zijn natuurlijk variaties van persoon tot persoon: zelf heb ik het geluk dat ik een donkere huid heb en bijna nooit verbrand. Andere mensen hebben een bleke huid en verbranden sneller. Zij hebben eigenlijk gewoon… pech (lacht). Maar over het algemeen is onze huid aangepast aan de hoeveelheid zonlicht waaraan we worden blootgesteld. We zijn voldoende beschermd om onze dagelijkse activiteiten te ondernemen, zonder al te veel bijkomende maatregelen. Boeren liggen in de zomer toch ook niet de godganse dag onder een boom? Daarom heb ik ook mijn bedenkingen als onze weerman de alarmbel luidt bij de minste straal zon. Al doet hij dat tegenwoordig wat minder, wellicht omdat er kritiek is gekomen uit wetenschappelijke hoek. En als ik ouders dikke lagen zonnecrème zie smeren op hun kinderen, denk ik ook vaak: zou dat wel zo gezond zijn? Wij hebben de zon nódig.
HUMO: U spreekt over boeren: zij krijgen toch vaker dan gemiddeld huidkanker?
BONNEUX: Als we kijken naar alle kankers die veroorzaakt worden door de zon, zijn de melanomen de potentiële moordenaars. Maar die zijn relatief zeldzaam. En de relatie tussen melanomen en zonlicht is erg complex. Door te bruinen ben je er bijvoorbeeld beter tegen beschermd, en melanomen ontstaan ook typisch op plekken die niet worden blootgesteld. Verbranden op jonge leeftijd is wél een risicofactor, dat weten we van de Australiërs: wie er na zijn 20ste gaat wonen, loopt amper een verhoogd risico, in tegenstelling tot wie er geboren wordt.
Bij de klassieke, vaak voorkomende huidkankers is er wel een lineair verband met blootstelling aan de zon: hoe meer blootstelling, hoe meer huidkanker. Maar díé kankers zijn grotendeels goedaardig: schoothondkankers noem ik ze, omdat ze zich goed laten behandelen. Het probleem is dat die kankers meestal voorkomen op delen van het lichaam die wel blootgesteld zijn aan de zon, zoals het gezicht. Als je daar een operatie moet ondergaan, is dat esthetisch ingrijpend. Maar in vergelijking met de dood is het een klein probleem.
HUMO: Zonlicht veroorzaakt huidkankers, maar het wordt steeds duidelijker dat de zon ons ook beschermt tegen kanker. Een Nederlands onderzoeksteam nam alle bestaande studies onder de loep en hield een lange lijst gezondheidsvoordelen over.
BONNEUX: We kennen nog lang niet alle voordelen, maar we weten bijvoorbeeld dat prostaat-, borst- en darmkankers vaker voorkomen bij Europeanen die noordelijker wonen en dus minder zonlicht genieten.
HUMO: Volgens Amerikaans onderzoek hebben inwoners van de noordelijke staten anderhalve keer meer kans op zulke kankers dan hun landgenoten in het zuiden.
BONNEUX: Dat de zon beschermt tegen kanker, is stilaan overal doorgedrongen. Eén van de grootste kankerspecialisten, Julian Peto, pleit er al lang voor om de zon te schrappen als risicofactor. Als je alles in rekening neemt, beschermt de zon ons tegen kanker: ze voorkomt meer kankers dan dat ze er veroorzaakt.
HUMO: Ook bij diabetes en MS zou er een gunstig effect zijn?
BONNEUX: Ja, die ziekten komen ook vaker voor bij mensen die ver van de evenaar wonen. Maar we begrijpen die ziektes nog niet helemaal: het zou ook met iets anders te maken kunnen hebben.
Het staat wel als een paal boven water dat de zon goed is voor onze hersenen. Ik werk vaak met dementerenden. Die worden dikwijls behandeld met lichttherapie, om hun ontregelde dag-nachtritme bij te sturen. Maar als ik die mensen weer ’s voor zo’n peperdure lamp zie zitten, denk ik vaak: de zon is tien keer sterker én helemaal gratis. Daarom zeg ik over dementerende mensen altijd: ‘Buiten ermee!’ (lacht) Dat advies geldt eigenlijk voor iedereen: ga naar buiten als de zon doorbreekt. Een goed dag-nachtritme heeft ook een effect op het humeur, en er is zonder enige twijfel ook een relatie met depressies.
HUMO: Dat Nederlandse team onderzoekers kwam tot dezelfde conclusie: voorlichters moeten blijven waarschuwen voor overdreven blootstelling, maar ze moeten de mensen wel weer meer naar buiten krijgen.
BONNEUX : Ik denk dat ‘matig en regelmatig’ een goede regel is. Ik was vroeger activistischer dan vandaag, maar als je het puur rekenkundig bekijkt, is de schade die de zon aanricht heel beperkt. En dan moet je inderdaad opletten dat goedbedoelde adviezen niet meer schade aanrichten dan ze voorkomen. In plaats van te waarschuwen, zouden weermannen moeten zeggen: ‘Geniet ervan.’ Gelukkig zijn sommige dermatologen de relatie met de zon nader gaan bestuderen en tot dezelfde conclusie gekomen.
HUMO: Carla Bruijnzeel van de Universiteit van Utrecht zegt onomwonden: ‘Ga vooral in de zon zitten, het is gezond.’
BONNEUX: Natuurlijk, iedereen die de eerste lentezon al ’s heeft gevoeld, kent het weldadige effect van de zon. Het is natuurlijk geen goed idee om vijftig weken per jaar op een kantoor te zitten en vervolgens twee weken op een handdoek op een zonovergoten tropisch strand te gaan liggen bakken: als je huid verbrandt, doet dat pijn. We moeten ons wel afvragen of dat overvloedige smeren wel zo goed is. Dan spreekt mijn buikgevoel, ik kan het niet hard maken. Ik baseer me op de loepzuivere logica dat onze huidskleur is afgestemd op de zonnesterkte op de plek waar onze voorouders woonden. Als je dat zonlicht helemaal gaat afblokken op jonge leeftijd, kan dat volgens mij onprettige consequenties hebben. Daarmee pleit ik er niet voor om kinderen te laten verbranden. Zeker bij jonge kinderen moet je dat voorkomen. Maar als je ervoor zorgt dat ze de schaduw kunnen opzoeken, zullen ze dat vanzelf doen.
Bron: HUMO / www.humo.be